Minglemush Den Haag

Foodhal MingleMush achter Den Haag Centraal

Eetkraampjes: Ook buiten de Randstad zie je steeds meer foodhallen. „Ze nemen de plek van de club en disco over.”

Bron: 139 eettentjes in 9 hallen, hoe de foodhal Nederland verovert – NRC

Het is woensdagmiddag half één, en in foodhal MingleMush achter het Haagse Centraal Station begint het druk te worden. Jonge ambtenaren, toeristen en hier en daar wat oudere mensen schuifelen langs de hippe eettentjes. Worden het Poolse pierogies gevuld met spinazie en feta, een Libanees ontbijt met bonen en platbrood, een Marokkaanse tajine van gehaktballetjes of een donut gevuld met crème brûlée? Wie een keus heeft gemaakt, zoekt een plek aan de tafels die verspreid staan door de hal.

Ayat en Imane, die op het nabij gelegen ministerie van Financiën werken, wachten op hun sushi ritto van de Poké Bar. „Het is sushi, maar dan als een burrito. Heerlijk”, zegt Ayat. „Ik ben gek op eten en ik kom hier voor de variëteit. Het is uitgebreider dan wat je bij ons in de kantine krijgt. Fijn ook dat veel gerechten halal zijn.”

MingleMush is een van de twee nieuwe foodhallen die vorige maand in Den Haag open gingen en het is er aardig druk voor een doordeweekse middag. Je ziet in Nederland steeds meer foodhallen. De eerste, simpelweg De Foodhallen genaamd, opende in 2014, in een voormalige tramremise in Amsterdam-West. Al snel doken elders vergelijkbare initiatieven op: World of Food en Market 33 in Amsterdam, Fenix Food Factory in Rotterdam en Fooddock in Deventer – de eerste buiten de Randstad. Dit voorjaar opende de Down Town Gourmet Market in de Eindhovense binnenstad zijn deuren.

Het idee komt uit Spanje

„Het idee ontstond zes jaar geleden, toen ik in Madrid verzeild raakte in de Mercado de San Miguel, een oude markthal met een hele reeks eetkramen”, zegt horeca-ondernemer Zing-Kyn Cheung, een van de initiatiefnemers van de Amsterdamse Foodhallen. „Het was er druk, het was er gezellig en ik vroeg me af waarom zoiets nog niet in Amsterdam bestond. Ik ben toen gaan kijken in Scandinavië en Londen, waar je ook allerlei foodcourts hebt. Daar hebben we ons door laten inspireren.”

Om misverstanden te voorkomen: een foodhal is iets anders dan een markthal. Het is een overdekte verzameling eetkraampjes met minstens één gezamenlijke ruimte en een of meer bars. Strikt gesproken staan er dus geen marktkramen waar je bijvoorbeeld groente of fruit haalt – al kun je bij de tentjes in de Rotterdamse Fenix Food Factory ook dingen kopen. Een boerenworst bijvoorbeeld, een mooi stuk kaas of zelfs een boek.

„Het succes zit hem in het gevarieerde aanbod waardoor zo’n foodhal voor veel verschillende mensen aantrekkelijk is”, legt Cheung uit. „Je kunt er met een groep vrienden naar toe en hoeft niet te bekvechten over wat je gaat eten. Iedereen kan kiezen wat hij of zij lekker vindt. En, ook heel belangrijk, het is laagdrempelig.

„De meeste bezoekers zijn jong”, zegt Bram Kosterink van horeca-adviesbureau Spronsen & Partners. Hij deed vorig jaar onderzoek naar het fenomeen. „Ik heb het over 25-plussers, mensen die op zoek zijn naar iets nieuws. Eerst gingen ze naar clubs of bars om elkaar te ontmoeten. Nu zie je dat die plek langzaam wordt ingenomen door de foodhal. Er is muziek en een of meer bars – het is echt een avondje uit. Uit ons onderzoek blijkt dat 37 procent van de mensen voor de sfeer komt.”

De opmars van de overdekte eetmarkt is nog niet gestuit: er gaan geruchten over een derde Haagse foodhal en dit najaar verrijst er een in de voormalige Polaroid-fabriek in Enschede: de Twentsche Foodhal. Oude industriële gebouwen zijn een gewilde locatie.

 

Leave A Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *